Buiten
is het 37 graden en er fietst om de minuut een Amsterdamse godin langs.
Waarschijnlijk op weg naar het Vondelpark. Of in ieder geval een andere plek
waar je blijkbaar weinig kleding nodig hebt. Hun broekjes zijn korter dan de
gemiddelde gesprekken die ik met hun heb, na mijn altijd ietwat ondoordachte
openingszinnen.
Chef
Thijs en ik zien hun, maar zij zien ons amper. Nu zou dit natuurlijk aan Thijs
en mij kunnen liggen (of aan Thijs) maar ik gok dat de locatie van Restaurant
Pastis er ook iets mee te maken heeft. Pastis ligt namelijk “aan” de Eerste
Constantijn Huygensstraat, maar dan wel heerlijk rustig in een inham richting
de Bosboom Toussainstraat. Eigenlijk maakt het ons weinig uit dat ze ons niet
zien, want wij zitten lekker buiten en we praten over eten. En zolang we buiten
zitten en over eten kunnen praten is het goed.
Binnen is het namelijk ongeveer 48 graden en de keuken is 3m2. Toch ligt
er natuurlijk genoeg werk op ons te wachten. Iets met kreeften en een hakmes,
maar daar kom ik later wel op terug.
De week voor mijn dag meezwijnen sprak ik Thijs bij Hannekes Boom. Ik wist dat Thijs bij een restaurant werkte en Thijs wist dat ik een blog had. Wanneer je dan ook nog eens samen de zomer staat te vieren, is een dagje samen in de keuken een kleine stap. “kom maar lekker wat eerder, dan kunnen we rustig de kaart doornemen” zei Thijs toen. Helaas wist hij niet dat hij de avond voor het dagje mee zwijnen een sms’je van zijn collega zou krijgen: “hoi Chef, morgen kan je lekker laat beginnen, want we hebben alles al voor je gedaan!”. Beetje pijnlijk voor Thijs na een lange avond barbecueën, eigenlijk stiekem fijn voor mij. Toen ik aankwam om 12:00 hadden we namelijk echt de tijd om te kletsen over hoe Thijs chef-kok is geworden en waarom restaurant Pastis, restaurant Pastis is geworden.
Thijs
wilde vroeger namelijk helemaal geen kok worden. Wel wilde hij elke zomer zo
lang mogelijk surfen. Dit deed hij op het O’Neill surf kamp in Mimizan in Zuid
Frankrijk. Om langer te kunnen blijven,
zonder elke keer veel geld uit te geven begon Thijs te koken op het surf kamp.
150 man, BBQ of pasta en dat elke avond weer. Overdag in het water, s ’avonds
achter de grill en s ’nachts in Le bar Americain (als je er bent geweest, weet
je waar ik het over heb). Met recht La Pura Vida dus. Mooi leven, maar dat
leventje kon natuurlijk niet voor altijd duren. Terug uit Frankrijk en met wat
kokservaring op zak, kon Thijs terecht bij Azur Blue op het Hugo de Grootplein.
Ken
je dat niet? Nou dat zat er dus voordat Razmataz het hele plein opkocht. Nadat
Razmataz Azur Blue overnam, kwam Thijs bij Pastis terecht en daar is hij nu
bijna een jaar chef-kok. In dat jaar heeft Thijs voor een aantal veranderingen
gezorgd. Zo wisselt de kaart nu vaker, wat weer gezorgd heeft voor meer
flexibiliteit in de gerechten. Franse klassiekers optimaal uitgevoerd door te
werken met ingrediënten die dat moment op hun best zijn. Thijs is niet de
grootste fan van liflafjes en vindt het belangrijk dat een gerecht zo in elkaar
zit dat ze het in de keuken altijd perfect kunnen bereiden, hoe druk het ook is.
Consistent zorgt voor terugkerende gasten.
Restaurant
Pastis is “een stukje Frankrijk in Amsterdam”. Dat is in ieder geval wat de eigenaressen
in gedachte hadden en wat mij betreft is het goed gelukt. Kijkend naar het
restaurant schieten de woorden lief, schattig en een ‘een beetje ouderwets’
door m’n hoofd. Het aller-aller-allerfijnst aan restaurant Pastis is dat kleine
terrasje voor de deur. Ga hier zitten met vrienden, familie of een van die
Amsterdamse godinnen en bestel een flesje wijn. Mijn god, ik kom helemaal tot
rust alleen al bij de gedachte. Maar wat is een flesje wijn, zonder een lekker
hapje eten?
Kijkend
op de kaart die Thijs heeft samengesteld denk ik: ha, grappig. Franse keuken,
maar dan wel met een toffe twist. Je ziet gelijk dat er een jonge hond besloten
heeft een Franse kaart samen te stellen.
Na
het doornemen van deze kaart, gaan we dan toch echt de keuken in. Ik heb mogen
kiezen welk gerecht ik wil delen met jullie en ik heb gekozen voor de gevogelte
paté. Deze paté lijkt mij zo geweldig omdat er naast kippenlevertje en
kippengehakt ook eenden maagjes in gaan! Dit gecombineerd met het varkensvet levert
echt een heerlijk en echt klassiek frans gerecht op. Zittend op het terras voor
Pastis heb ik deze paté mogen proeven en ik waande mij eventjes in Frankrijk.
Dit gun ik jullie natuurlijk ook.
Maar
bij Zwijnen voor de Parels gaat natuurlijk voor niets de zon op, dus in ruil
voor het recept van de paté eerst de hitte in.
Mijn
taak van vandaag? De beul!
De
dagschotel is kreeft en de leverancier heeft ze net binnengebracht. Levend,
want zo gaat dat bij kreeften. De taak is simpel: zet het hakmes net achter de
kreeft zijn kop en druk met je volle gewicht op het mes. Hoor je heel hard
KRAK, dan verder drukken zodat zijn kop in tweeën splijt. Klinkt simpel, maar
puntje bij paaltje is het net iets minder makkelijk om te doen. De kreeften zijn
namelijk niet zo blij met de tape om hun lijf en scharen. Ze willen weg en het
vervelende is, nadat je de kop in tweeën hebt willen ze nog steeds weg! De
hersenen werken niet meer, maar de spieren zijn nog actief en gaan eigenlijk
alleen maar harder te keer. Dit gecombineerd met het vocht, zeewater en een ondefinieerbare spul wat uit de kreeft loopt, maak dit klusje een flinke klus. Maar
aan alles komt een eind en nadat alle kreeften zijn schoongemaakt, zijn Thijs
en ik bezweet en vanbinnen een beetje gestorven door al het moorden. Inmiddels
is collega chef Vincent gearriveerd en is de 3m2 keuken nog kleiner dan ervoor.
De tempratuur is gestegen tot ik-smelt-graden-celcius en de echte drukte moet
nog beginnen. Vanaf nu zal ik eigenlijk alleen maar in de weg lopen. Het is te
warm en de keuken te klein. Het is klaar. Ik ruik naar zweet, paté en kreeft.
Ik ga me wassen.
Gevogelte paté
1. 1 teen knoflook
2 2 sjalotten
3. paar takjes rozemarijn en tijm
4. 50 ml cognac naar keuze
5. 17 gram kleurzout (kopen bij je
slager)
6. 2 gram vers gemalen peper
7. 500 gram kippenlever
8. 500 gram kippengehakt
9. 300 gram varkensvet
10. 35 gram gehakte pistachenoten
11.
100 gram gesiers de canard (eenden
maagjes)
12. 200 gram gesneden katenspek
1+2+3
fruiten in een beetje olijfolie
4
toevoegen en inkoken tot bijna geheel verdampt.
Dit
samen met 5+6+7 in de keukenmachine draaien tot een glad geheel.
Voeg
8+9+10+11 toe en meng alles goed door elkaar. Zet het geheel daarna een hele
nacht weg in de koelkast.
Bekleed
de volgende dag een paté vorm (bakblik is ook goed) met het katenspek en vul het met het mengsel. Zorg ervoor dat
bij het bekleden van het bakblik de katenspek genoeg ‘uitsteekt’ zodat je ook
de bovenkant kan bekleden, nadat je het mengsel toegevoegd hebt. Vervolgens
gaan we dit Au bain-marie koken. Au bain-marie wil zeggen dat het in een bak
water in de oven gaat gaarkoken. Gelukkig staat het internet vol met hoe je dit
moet doen. De paté gaat 45 minuten au bain-marie in de oven op 150 graden.
Tip
van de chef: voor optimaal resultaat geheel inpakken in plakfolie voordat je
hem in de oven doet. Hierdoor stoomt de paté heerlijk gaar in zijn eigen vocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten